donderdag 13 november 2008

Steeds vaker medicijnen in drinkwater


In kraanwater komen steeds meer verschillende medicijnen voor. Het RIVM vond vijftien geneesmiddelen in gezuiverd water, blijkt uit een onderzoek dat het instituut vandaag publiceert.

"Voor zover we kunnen overzien, gaat het om zulke lage concentraties dat ze nauwelijks of niet schadelijk zijn voor mensen", zegt onderzoeker Ans Versteegh, "maar we weten niet wat de effecten van langdurige blootstelling aan kleine hoeveelheden medicijnen zijn."

Bron / lees meer: www.brabantsdagblad.nl (artikel is inmiddels van de site gehaald)
Zie Zaplog

---

Steeds vaker medicijnen in drinkwater

DEN HAAG (ANP) - Drinkwater bevat steeds vaker lage concentraties geneesmiddelen. De medicijnen die voorkomen in drinkwater zijn slecht afbreekbaar en worden veel gebruikt. Dat blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van het ministerie van VROM.

Het RIVM benadrukt dat de hoeveelheden zo laag zijn dat effecten op de volksgezondheid zijn te verwaarlozen. Tijdens een onderzoek in 2003 werden vier geneesmiddelen aangetroffen in het drinkwater. Bij het meest recente onderzoek werden 22 geneesmiddelen aangetoond.

De meest voorkomende medicijnen in het water zijn de pijnstillers acetylsalicylzuur en fenazon en het epilepsiemiddel carbamazepine. Incidenteel trof het RIVM resten van het antidepressivum fluoxetine aan.

Bron: Brabants Dagblad

---

Antidepressiva in Groninger drinkwater


De gemeente Groningen overweegt 1 juni 2009 te beginnen met het op proef toevoegen van een lage dosering antidepressiva aan het drinkwater. Aanleiding is de constatering van de Raad voor Gezondheidsonderzoek dat depressie druk bezig is de belangrijkste ziekte in Nederland te worden. In hun op 29 oktober gepresenteerde advies Van gegevens verzekerd. Kennis over de volksgezondheid in Nederland nu en in de toekomst staat te lezen dat op basis van longitudinaal epidemiologisch onderzoek geconcludeerd kan worden dat depressie en aan depressie verwante ziektes binnen vijf tot tien jaar de belangrijkste reden van werkverzuim zullen zijn en een zwaarwegend beroep op de gezondheidszorg zullen vormen.

Prof. dr. Spakkers, hoogleraar psychiatrie van het UMC St. Radboud, heeft zich positief uitgelaten over dit voorstel. Volgens haar zijn de torenhoge kosten van werkverzuim te voorkomen door een preventieve toediening van een lage dosis SSRI’s (stoffen die de heropname van serotonine in de hersenen blokkeren)[het is nooit onomstotelijk bewezen dat een tekort aan serotonine in de hersenen de oorzaak is van een depressie, id-fix], die van haar eigenlijk geen ‘medicatie’ mag heten. Ze vergelijkt het met het toevoegen van jodium aan keukenzout ter voorkoming van schildkliervergrotingen: “Daar was in het begin ook weerstand tegen, maar uiteindelijk blijkt een kleine, haast onschuldige dosis jodide veel gezondheidsproblemen te voorkomen. Zo moet het voornemen van Groningen ook worden bezien: water drinken wordt niet de genezing van depressieve patiënten, daar is de dosis SSRI natuurlijk veel te laag voor, maar met deze pre-emptive strike wordt het prevaleren van lichte depressie naar schatting met 25 tot 30 procent teruggedrongen. Het in lichte mate prikkelen van de neurotransmitters blijkt daarvoor dus al voldoende te zijn.”

Wel waarschuwt professor Spakkers voor een al te eenzijdige aanpak. “De kous is hiermee natuurlijk niet af. Psychosociale factoren, zoals de leefomgeving, kunnen een onderhoudende of zelfs oorzakelijke rol spelen bij het ontstaan van depressies. Het is dus zeker van belang je niet te beperken tot alleen de biologische aanpak.”

Bron: Spelt.nl